Na zijn voetbalcarrière ging Joseph aan de slag als trainer. Hij begon zijn trainersloopbaan bij de jeugdopleiding van FC Emmen en na het hoofdtrainerschap bij onder andere CVV Germanicus, WKE, ACV en HHC Hardenberg is Joseph inmiddels assistent-trainer bij Vitesse. Daarnaast is hij de vader van twee kinderen, waarvan zoon Thijs ook het nodige voetbaltalent van zijn vader heeft geërfd. Hij timmert namelijk aardig aan de weg als profvoetballer bij Jong AZ in de Keuken Kampioen Divisie. Joseph is samen met zijn vriendin nog altijd woonachtig in Emmen en koestert warme gevoelens voor de club waar hij als kleine jongen opgroeide.
Hoe gaat het bij Vitesse in deze coronatijd? Kom je nog op het trainingscomplex van de club?
“Ik heb nog eigenlijk elke dag contact met de club. Dit gaat dan vooral via het videobellen. Vorige week hebben wij toevallig nog alle spelers op de club gehad om hen te testen. Zij kwamen dan één voor één op de club. Dan doen wij wat testen met ze op het gebied van fitheid. Ze hebben thuis allemaal een eigen trainingsschema, dus daar zijn wij ook heel sturend in als staf.”
De maatschappelijke afdeling van FC Emmen bracht onlangs bloemen en boodschappen langs bij ouderen. Heeft Vitesse ook maatschappelijke activiteiten opgezet?
“Daar waar het kan proberen wij dat wel te doen. Vitesse is een heel betrokken club, dus dat gaat nu ook gewoon door. In deze periode is het misschien wat meer met het boodschappen doen voor de ouderen en het helpen van deze mensen. Ik doe dat zelf ook voor mijn buren, maar dat hoeft voor mij niet per se allemaal in het nieuws. Dat is het minste wat ik kan doen voor deze mensen. Zij hebben het al zwaar genoeg in deze tijd. ”
Hoe kijk jij terug op jouw tijd bij FC Emmen?
“Ja, heel erg mooi. Dat is echt een tijd die ik koester. Ik ben geboren in Emmen en heb de jeugdopleiding van de club doorlopen, dus dan is het een droom om in het eerste elftal van de club te spelen. Je mag profvoetballer zijn voor ‘je cluppie’. Mijn vrienden en familie woonden allemaal in Emmen, dus ik was heel erg trots dat ik in het eerste kwam. Ik ben geboren en getogen in Emmen en ging op het fietsje naar het trainingsveld. Ik heb alleen maar warme herinneringen bij de club. Ik voel me dan ook een bevoorrecht mens dat ik in het eerste elftal gespeeld heb.”
De sfeer in stadion De Oude Meerdijk is tegenwoordig erg bijzonder, hoe was dat in jouw tijd?
“Het was toentertijd wel anders. De tribunes waren toen nog niet zoals nu, maar het was wel zo dat iedereen in en rondom Emmen naar de wedstrijden ging. Dus wat dat betreft is er weinig veranderd. Het is nog steeds de club van de regio. Het is de plaatselijke trots en je wil naar die wedstrijden toe.”
Hoe kijk jij naar het succes in de eredivisie?
“Ja, dat vind ik echt super mooi. Ik vind het zo mooi om te zien hoe trots de mensen nu op de regio zijn. Dat is echt iets unieks. We hebben ook een heel mooie regio, ik ben trots dat ik uit Emmen kom. De naam Oosting wordt geassocieerd met Emmen en dat zal altijd blijven.”
Wat is de mooiste herinnering aan jouw tijd bij FC Emmen?
“Ik heb heel veel mooie herinneringen. Ik vind het moeilijk om er echt één uit te kiezen, maar de nacompetitie in seizoen 1989/1990 vond ik toch wel heel bijzonder. We waren eigenlijk altijd het lelijke eendje van het betaalde voetbal, maar met een soort vriendenteam haalden wij de nacompetitie voor de eredivisie. Dat was heel erg mooi, ook al verloren we toen het tweeluik om promotie tegen Heerenveen. We hadden toen allemaal jongens uit de regio. Dat jaar begonnen we niet goed, maar we wonnen een periode. En in de laatste fase van het seizoen speelden we zo lekker. Het viel ineens allemaal goed, terwijl we niet eens geweldig voetbal speelden. In die groep zat heel veel kameraadschap en dat past wel bij FC Emmen.”
Hoe is het om als tegenstander in Emmen te spelen?
“Ik vind het niet heel gek, eerlijk gezegd. Dat is nou eenmaal zo, zo gaat het in het voetbal. Ik ben een Emmenaar, maar werk momenteel ergens anders. Het is leuk om weer terug te zijn, want Emmen heeft een speciaal plekje in mijn hart, laat ik dat voorop stellen. Ik volg de club nog altijd. Ik lees de kranten en volg het laatste nieuws, dus dat is nog steeds hetzelfde. Ik werk misschien ergens anders, maar ik woon nog steeds in Emmen. Ik krijg nog steeds alles mee en dat vind ik ook alleen maar mooi.”
Hoe bekijkt Vitesse een club als FC Emmen in aanloop naar de wedstrijd?
“Niet anders dan andere tegenstanders. Of het nou Ajax of Emmen is, het maakt voor ons als technische staf niks uit. Wij kijken uiteraard met respect naar Emmen en doen niet uit de hoogte. Dat past ook niet bij mij. Emmen is gewoon een goed voetballende ploeg, maar de beleving naar de wedstrijd is niet anders dan bij andere wedstrijden.”
Hoe kijk je naar de prestaties van Dick Lukkien als trainer?
“Ik vind dat heel erg knap. Ik heb met Dick gevoetbald, maar hoe hij zich nu ontwikkelt als trainer is erg mooi om te zien. Hij heeft er echt een goed elftal neergezet en Emmen stond er voor de stillegging van de competitie ook hartstikke goed voor. Als de competitie was doorgegaan, waren ze er ook gewoon ingebleven. Dat is heel knap.”
Hoe kan het dat FC Emmen ongeveer alle punten in het eigen stadion pakt?
“Dat is lastig om te zeggen. Misschien heeft het te maken met het spelen op gras en kunstgras, maar dat durf ik niet te zeggen. Ik denk wel dat het te maken kan hebben met de wisselwerking met het publiek in de thuiswedstrijden. Spelers kunnen een enorme boost krijgen van de steun van het publiek.”
Wat heeft FC Emmen nodig om een stabiele eredivisieclub te worden?
“Ieder jaar is weer anders. Voetbal blijft zich ieder jaar doorontwikkelen, dus je moet bijblijven. Het zou mooi zijn als de jeugdopleiding zich blijft doorontwikkelen en spelers uit de eigen regio aanlevert. Dat heeft met kwaliteit te maken. Ik denk dat de club op deze manier goed bezig is. De spelers die ze van buitenaf aantrekken zijn echte aanwinsten en die mix moet je wel hebben.”
Na het ontslag van trainer Leonid Slutsky werd je dit seizoen voor even interim-trainer van Vitesse. Hoe vond je dit?
“Ja, dat smaakte naar meer. Ik heb in de voetballerij geleerd dat je heel veel ambities en verwachtingen kunt hebben, maar dat je die ook achterna kunt blijven lopen. Ik ben niet van het plannen en het vooruitkijken. Ik probeer gewoon elke dag beter te worden en mezelf te ontwikkelen als trainer. Ik wil vooral dingen doen die ik leuk vind. Ik wil genieten van mijn trainersloopbaan en ik zie wel wat er op mijn pad komt.”
Vitesse – FC Emmen stond vlak na de winterstop op het programma. Spookte het door je hoofd dat jij tijdens die wedstrijd hoofdtrainer van Vitesse zou zijn?
“Ik heb daar eerlijk gezegd geen seconde over nagedacht. Ik ben een Emmenaar, maar over zoiets had ik niet nagedacht. Het was wel mooi geweest, maar toen was Edward Sturing al aangesteld als nieuwe trainer.”
Je zou beginnen met de trainerscursus, net als Casper Goedkoop en Bas Sibum van Emmen. Hoe zit het daar nu mee? Ligt dat stil?
“Ja… Die zou in mei beginnen, maar die wordt door de coronacrisis ook verschoven. Dat is ook logisch. De hele wereld staat in brand, dus we moeten maar afwachten wat daarmee gaat gebeuren. In deze tijd moeten we elkaar helpen en is voetbal maar bijzaak. Het gaat gelukkig weer de goede kant op, dus laten we hopen dat we ook zo snel mogelijk weer het veld op kunnen met z’n allen.”
Zie jij jezelf ooit als hoofdtrainer van FC Emmen, om de cirkel rond te maken?
“Tuurlijk, dat zou mooi zijn. Maar dan kom ik terug op wat ik eerder ook al zei. Ik ben geen man die ver vooruitkijkt en een pad uitstippelt. Ik zie wel wat er op mijn pad komt. Het belangrijkste is dat ik ergens moet passen. Ik moet mij op m’n plek voelen. Een club als Emmen zou mij passen, maar ik staar me daar niet blind op.”